WAARSCHUWING   WAARSCHUWING:  U wordt geadviseerd om het verwarmingssysteem na een botsing te laten controleren door een gekwalificeerd monteur. Als u deze instructie negeert, kan dat al dan niet dodelijke verwondingen tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING   WAARSCHUWING:  Gebruik de standkachel niet in tankstations of in de buurt van bronnen van brandbare dampen, in een stoffige omgeving of in gesloten ruimtes. Dit kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.

Systeemomschrijving
Indien uw auto is voorzien van een standkachel, beschikt dit apparaat over twee functies:
  • Hulpverwarming: verbetert de opwarmtijd van uw motor terwijl deze in bedrijf is.
  • Parkeerverwarming: geeft warmte terwijl uw auto geparkeerd is.
Door de thermische efficiëntie van moderne dieselmotoren kan de tijd die uw motor nodig heeft om op bedrijfstemperatuur te komen, erg variëren. Daardoor kan het enige tijd duren voordat een comfortabele interieurtemperatuur kan worden bereikt.
De hulpverwarming werkt wanneer de motor draait en zorgt dat de motor en het interieur sneller warm worden. De hulpverwarming wordt automatisch in- en uitgeschakeld, afhankelijk van de buitentemperatuur en de koelvloeistoftemperatuur, tenzij u de hulpverwarming hebt uitgezet.
 Het systeem verwarmt de motor en het interieur van de auto. Hiervoor wordt brandstof uit de brandstoftank van de auto gebruikt.
Het systeem zal alleen werken als er minstens 16 liter (3,5 gallon) brandstof in de brandstoftank van de auto zit en de buitentemperatuur lager is dan 5 °C. Het systeem zal niet werken als de accu bijna leeg is.
Als het correct wordt gebruikt, zal het systeem:
  • De ruiten vrij van ijs houden bij vorst en condens voorkomen.
  • Koud opstarten voorkomen zodat de motor sneller op bedrijfstemperatuur kan komen.
N.B.:   Zorg ervoor dat de uitlaatopening van de verwarming achter het linkervoorwiel niet verstopt raakt door bijvoorbeeld sneeuw, ijs of modder, om problemen met de werking van de verwarming te voorkomen.
N.B.:   Terwijl de verwarming uitgaat, wordt het teveel aan brandstof in de verwarming verbrand en ontstaat er enige warmte, komen er wat uitlaatgassen vrij en maakt de verwarming wat geluid.
N.B.:   Als u een dieselauto hebt, is het noodzakelijk om een brandstof te gebruiken die speciaal geschikt is voor lage temperaturen om de verwarming goed te laten werken bij extreem lage temperaturen.
Werkprincipes
Gebruik de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel.   Zie   Infodisplays
N.B.:   De verwarming wordt uitgeschakeld wanneer u de motor uitschakelt.
N.B.:   Wanneer het systeem werkt, kunnen er uitlaatgassen uit uw auto komen. Dit is normaal.
Standkachel
De standkachel werkt onafhankelijk van de voertuigverwarming door het koelsysteem van de motor op te warmen. Hiervoor wordt brandstof uit de brandstoftank van de auto gebruikt.
Het systeem werkt alleen wanneer uw auto stilstaat en de motor is uitgeschakeld.
Werkprincipes
N.B.:   Wanneer het systeem werkt, kunnen er uitlaatgassen uit uw auto komen. Dit is normaal.
N.B.:   Als u de opdracht hebt gegeven dat de verwarming moet worden aangezet wanneer het contact is uitgezet, verschijnt er mogelijk een toelichting op het informatiedisplay wanneer u het contact aanzet.
N.B.:   De tijd en de datum op de klok van uw auto moeten correct zijn ingesteld.
N.B.:   Als het contact uit is gedurende maximaal 10 seconden tijdens een evaluatieperiode voorafgaande aan het starten, wordt op het instrumentenpaneel aangegeven dat de standkachel aan is. Als de omstandigheden echter niet toelaten dat de verwarming aangaat, verdwijnen deze aanduidingen en wordt de verwarming niet ingeschakeld.
De standkachel werkt op de accu van uw auto. Om te voorkomen dat de accu ontlaadt, raden we aan dat u na een verwarmingscyclus minstens even lang met de auto rijdt als de verwarmingscyclus duurde.
Stel voor een comfortabel interieur de ventilator in op een gemiddeld niveau.
Brandstofpeil: de verwarming gaat mogelijk niet aan als het brandstofpeil te laag is of als u uw auto op een steile helling hebt geparkeerd.
Laadtoestand van de accu: de accu van de auto moet ten minste 60% zijn opgeladen, want anders gaat de verwarming niet aan. Een oudere of bijna lege accu kan ook problemen veroorzaken. Als u een acculader op de accu van de auto aansluit en deze een te hoge spanning afgeeft, gewoonlijk meer dan 15,5 volt, kan de verwarming mogelijk niet worden aangezet of stopt de verwarming mogelijk.
Modus Doorlopend verwarmen
Als u dit selectievakje in het menu van het instrumentenpaneel aanvinkt, gaat de verwarming aan of blijft de verwarming aan zodra u het contact uitzet, mits de omstandigheden dat toelaten. In deze modus blijft de verwarming maximaal 30 minuten aan.   Zie   Infodisplays
N.B.:   U kunt deze modus gebruiken om te zorgen dat het warm blijft in de auto wanneer u het contact uitzet.Nadat de verwarming deze modus heeft doorlopen, wordt het selectievakje in het menu van het instrumentenpaneel weer uitgeschakeld.
Modi Tijd 1 en Tijd 2
Er zijn twee timers voor twee verschillende gebruikers. Met de eerste timer kunt u een verwarmingscyclus programmeren voor elke dag van de week. Met de tweede timer kunt u een tweede verwarmingscyclus programmeren voor elke dag van de week. Deze tijden blijven opgeslagen en het systeem zal uw auto opwarmen voor de geprogrammeerde vertrektijden.
Modus Eenmalig
Hiermee kunt u één verwarmingscyclus uitvoeren voor een specifieke dag. Als de omstandigheden dat toelaten, gaat de verwarming op de ingestelde dag 40 minuten voor de ingestelde tijd aan om het interieur te verwarmen.   Zie   Infodisplays
Zendermodus
Met de zender van de standkachel kan de gebruiker de verwarming op afstand aanzetten en maximaal 30 minuten laten branden of alle verwarmingsmodi stoppen.
U kunt de verwarming als volgt aanzetten met de zender: houd de knop Aan of Verwarming ingedrukt tot er op de zender een groen lampje gaat branden.Als het contact uit is gedurende maximaal 10 seconden tijdens een evaluatieperiode voorafgaande aan het starten, worden op het informatiedisplay aanduidingen weergegeven dat de standkachel aan is.Als de omstandigheden het echter niet toelaten dat de verwarming aangaat, verdwijnen deze aanduidingen.
U kunt alle modi van de standkachel als volgt stoppen met de zender: houd de knop Uit op de zender enkele seconden ingedrukt tot er op de zender een rood lampje gaat branden. Dit geldt alleen voor de verwarmingsmodus die op dat moment is ingeschakeld. Timerinstellingen of instellingen voor Doorlopend verwarmen die later moeten worden toegepast, worden niet uitgeschakeld.
N.B.:   Het lampje op de zender geeft niet de actuele status van de verwarming aan.Het lampje garandeert niet dat de verwarming het signaal om te starten of te stoppen ook daadwerkelijk heeft ontvangen.
Nadat u de knop Aan of Verwarming enkele seconden ingedrukt hebt gehouden, kan het lampje het volgende aangeven:
  • Continu groen: de zender heeft een radiosignaal verzonden.
  • Knipperend groen: de zender heeft een radiosignaal verzonden, maar dat signaal is niet ontvangen door de verwarming.
Nadat u de knop Uit enkele seconden ingedrukt hebt gehouden, kan het lampje het volgende aangeven:
  • Continu rood: de zender heeft een radiosignaal verzonden.
  • Knipperend rood: de verwarming heeft het radiosignaal dat door de zender is verzonden, niet ontvangen.
N.B.:   Het maximumbereik van het signaal van de zender is ongeveer 600 meter.Elektronische apparaten die op dezelfde frequentie werken, kunnen het bereik beïnvloeden.
N.B.:   Er kunnen maximaal drie zenders aan uw voertuig worden gekoppeld.
De verwarming in- of uitschakelen
Bij het naderen van tankstations:
  • Schakel alle selectievakjes voor verwarming uit in het menu van het informatiedisplay.
  • Schakel de motor uit.
  • Houd de uitknop op de zender ingedrukt tot er op de zender een rood lampje gaat branden.
  • Berg de zender op een veilige plaats op.