Alle interieurverlichting in- en uitschakelen

Druk op de knop op de dakconsole om alle interieurverlichting of noodverlichting in en uit te schakelen.
N.B.:
De interieurverlichting wordt uitgeschakeld na circa 30 minuten, tenzij uw rijsnelheid hoger is dan circa 5 km/h of als u de portieren van buitenaf vergrendelt.
De instapverlichting vooraan in- en uitschakelen
Druk de knop op de dakconsole helemaal in om de instapverlichting vooraan in te schakelen. |
Druk de knop op de dakconsole helemaal in om de instapverlichting vooraan uit te schakelen. |
Werking instapverlichting
Als u de werking van de instapverlichting inschakelt, wordt de instapverlichting ingeschakeld in de volgende situaties:
- Er wordt een portier geopend.
- U drukt op de ontgrendeltoets op de afstandsbediening.
- Het contact wordt uitgeschakeld.
Werking van instapverlichting inschakelen

Zet de schakelaar in de middelste stand.
Kaartleeslampen vooraan in- en uitschakelen

Werking kaartleeslampen
Wanneer u de werking van de kaartleeslampen inschakelt, kunnen de kaartleeslampen achteraan worden in- en uitgeschakeld.
Werking van kaartleeslampen in- en uitschakelen

Druk op de knop op de dakconsole.
N.B.:
Het controlelampje is oranje als de werking van de kaartleeslampen is uitgeschakeld.
Kaartleeslampen achteraan in- en uitschakelen

Druk op de knop op de interieurverlichting.
N.B.:
U kunt de kaartleeslampen achteraan alleen inschakelen wanneer de functie van de kaartleeslampen is ingeschakeld.