Uw auto heeft een systeem voor selectieve katalytische reductie.Dat beperkt de emissieniveaus door AdBlue® in het uitlaatsysteem te injecteren.De motor start niet als u het systeem voor selectieve katalytische reductie manipuleert of dit systeem uitschakelt.
De vloeistof moet op peil worden gehouden om het systeem correct te laten werken.
N.B.:   Wanneer u de motor afzet, blijft de pomp van het systeem voor selectieve katalytische reductie nog korte tijd draaien. Dit is normaal.
Richtlijnen AdBlue®
  • Gebruik alleen AdBlue® die gecertificeerd is volgens ISO-22241.
  • Stop geen dieseluitlaatvloeistof in de brandstoftank. Dit kan motorschade veroorzaken die niet onder de voertuiggarantie valt.
  • Tank de AdBlue®-tank niet te vol.
  • Meng dieseluitlaatvloeistof niet met water of een andere vloeistof.
  • Hergebruik een lege vloeistofcontainer niet.
  • Niet opbergen in direct zonlicht.
  • Bewaren bij temperaturen tussen -5 °C en 20 °C.
  • Bewaar geen vloeistofcontainers in de auto.
  • De vloeistof is niet brandbaar, niet giftig, kleurloos en in water oplosbaar.
  • Verwijder onmiddellijk eventuele resten op gelakte oppervlakken wanneer u AdBlue® bijvult.
De AdBlue®-tank vullen
Image Shown Without Description
De vulleiding van de AdBlue®-tank bevindt zich naast de brandstofvulleiding en heeft een blauwe dop.Vul de tank bij met een vloeistofpomp bij een AdBlue®-tankstation of met een AdBlue®-container.
Vullen bij koud weer
AdBlue® kan bevriezen als de temperatuur lager is dan -11 °C. Uw auto heeft een voorverwarmingssysteem waardoor de vloeistof kan werken bij temperaturen lager dan -11 °C.Indien u de AdBlue®-tank te ver vult en de vloeistof bevriest, kan er schade ontstaan die niet onder de voertuiggarantie valt.
N.B.:   De AdBlue®-tank kan wellicht niet volledig worden gevuld bij temperaturen onder -11 °C.
N.B.:   Als de AdBlue®-tank bevroren is, wordt wellicht niet het juiste vloeistofpeil weergegeven. Het AdBlue®-peil wordt bijgewerkt wanneer de tank volledig is ontdooid.
AdBlue®-tank vullen in een tankstation
WAARSCHUWING   WAARSCHUWING:  Zorg dat er geen dieseluitlaatvloeistof (AdBlue) in contact komt met de ogen, huid of kleding. Als de vloeistof in contact komt met de ogen, spoel ze dan direct met veel water schoon en roep medische hulp in. Reinig de huid met zeep en water. Indien ingeslikt, drink veel water en roep onmiddellijk medische hulp in.
WAARSCHUWING   WAARSCHUWING:  Vul de dieseluitlaatvloeistoftank (AdBlue) bij in een goed geventileerde ruimte. Wanneer de tankdop of de dop van een vloeistofcontainer wordt verwijderd, kunnen ammoniakdampen ontsnappen. Ammoniakdampen irriteren de ogen, de huid en de slijmvliezen. Inhaleren van ammoniakdampen kan een branderig gevoel in de ogen, keel en neus veroorzaken, met tranende ogen of een ernstige hoest tot gevolg.

De AdBlue®-tank vullen met een pomp bij een tankstation verloopt net zoals gewoon tanken.
  1. Open de tankklep volledig.
Image Shown Without Description
  1. Verwijder de vuldop van de AdBlue®-tank.
  1. Plaats het vulpistool voor AdBlue® volledig in de tank.
Image Shown Without Description
  1. Gebruik het vulpistool voor AdBlue® binnen het getoonde gebied.
N.B.:   Het vulpistool wordt uitgeschakeld wanneer de tank vol is.
  1. Til het vulpistool voor AdBlue® een beetje omhoog en verwijder het dan langzaam.
  1. Plaats de vuldop weer op de AdBlue®-tank.Draai deze rechtsom totdat u sterke weerstand voelt en deze vastklikt.
Probeer de motor niet te starten wanneer u de AdBlue®-tank met de verkeerde vloeistof hebt gevuld. Het gebruik van een verkeerd soort vloeistof kan schade aan de auto veroorzaken die niet onder de voertuiggarantie valt. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
AdBlue®-tank vullen via een container
WAARSCHUWING   WAARSCHUWING:  Zorg dat er geen dieseluitlaatvloeistof (AdBlue) in contact komt met de ogen, huid of kleding. Als de vloeistof in contact komt met de ogen, spoel ze dan direct met veel water schoon en roep medische hulp in. Reinig de huid met zeep en water. Indien ingeslikt, drink veel water en roep onmiddellijk medische hulp in.
WAARSCHUWING   WAARSCHUWING:  Vul de dieseluitlaatvloeistoftank (AdBlue) bij in een goed geventileerde ruimte. Wanneer de tankdop of de dop van een vloeistofcontainer wordt verwijderd, kunnen ammoniakdampen ontsnappen. Ammoniakdampen irriteren de ogen, de huid en de slijmvliezen. Inhaleren van ammoniakdampen kan een branderig gevoel in de ogen, keel en neus veroorzaken, met tranende ogen of een ernstige hoest tot gevolg.

Gebruik containers met een afdichting op het spuitstuk.
Volg steeds de instructies van de fabrikant.
  1. Verwijder de dop van de vloeistofcontainer.
  1. Plaats het spuitstuk op de container en draai het vast tot u sterke weerstand voelt.
  1. Verwijder de vuldop van de AdBlue®-tank.
  1. Steek het vulpistool in de vulleiding voor AdBlue® tot de afdichting op het spuitstuk er volledig in zit.
  1. Giet de vloeistof in de tank.
N.B.:   De vloeistofstroom stopt wanneer de tank vol is.
  1. Zet de container terug verticaal, net onder de vulleiding van de AdBlue®-tank.
  1. Laat eventuele resterende vloeistof in het spuitstuk terug in de container lopen.
  1. Verwijder het spuitstuk uit de vulleiding van de AdBlue®-tank.
  1. Verwijder het spuitstuk uit de AdBlue®-container en plaats de dop erop.
  1. Plaats de vuldop weer op de AdBlue®-tank.Draai deze rechtsom totdat u sterke weerstand voelt en deze vastklikt.
Probeer de motor niet te starten wanneer u de AdBlue®-tank met de verkeerde vloeistof hebt gevuld.Het gebruik van een verkeerd soort vloeistof kan schade aan de auto veroorzaken die niet onder de voertuiggarantie valt. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
Het AdBlue®-peil controleren
  1. Selecteer Settings met de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel.
  1. Selecteer Vehicle Maintenance.
  1. Selecteer Diesel Exhaust Fluid Info.
Status van het AdBlue®-peil controleren
  1. Selecteer Settings met de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel.
  1. Selecteer Vehicle Maintenance.
  1. Selecteer DEF Level.
Verbruik van AdBlue®
Het verbruik van AdBlue® is rechtstreeks gekoppeld aan het brandstofverbruik en is afhankelijk van een groot aantal factoren, bijvoorbeeld rijstijl, rijden met hoge snelheid, stop-start verkeer, gebruik van airconditioning, geplaatste accessoires, beladingstoestand en slepen van een aanhanger.Het AdBlue®-verbruik kan variëren tussen 1% en 5% van het brandstofverbruik.
Het verbruik van AdBlue® wordt gespecificeerd voor een voertuigmodel en niet voor een specifieke auto.
Waarschuwingslamp systeem selectieve katalytische reductie
Image Shown Without Description  De waarschuwingslamp gaat branden als het systeem detecteert dat het vloeistofpeil laag is of bij een systeemstoring.
Als de waarschuwingslamp gaat branden, geven de berichten op het informatiedisplay aan of het probleem te maken heeft met de vloeistof of dat er een storing is in het systeem voor selectieve katalytische reductie.Als de waarschuwingslamp gaat branden terwijl uw auto rijdt en er voldoende vloeistof is, wijst dit op een systeemstoring. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
Informatiemeldingen systeem selectieve katalytische reductie
AdBlue®-peil

Mededeling   Handeling  
AdBlue®-peil laag Bereik : XXXX km Bijvullen zsm
Duidt de resterende afstand bij benadering aan voordat de AdBlue®-tank leeg is. Vul de AdBlue®-tank zo snel mogelijk bij.  
AdBlue®-peil laag Bereik : XXXX mls Bijvullen zsm
AdBlue®-peil laag Geen motorstart over XXXX km
Duidt de resterende afstand bij benadering aan voordat de AdBlue®-tank leeg is. De motor start niet opnieuw wanneer u het contact uitzet. Vul de AdBlue®-tank zo snel mogelijk bij.  
AdBlue®-peil laag Geen motorstart over XXXX mls
AdBlue®-tank leeg. Bijvullen om motor te starten
De AdBlue®-tank is leeg. De motor start niet opnieuw wanneer u het contact uitzet. Vul de AdBlue®-tank bij. De minimale hoeveelheid AdBlue® die moet worden bijgevuld om de motor opnieuw te starten, is te vinden in het informatiedisplay.   Zie   Infodisplays.   

N.B.:   Wanneer de AdBlue®-tank leeg is en wordt bijgevuld, kan het even duren vooraleer een hoger AdBlue®-peil wordt geregistreerd.
Storing AdBlue®

Mededeling   Handeling  
AdBlue®-systeem Storing Onderhoud zsm
Het systeem heeft niet correct gewerkt.Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.  
AdBlue®-systeem Geen motorstart over XXXX km
Duidt de resterende afstand bij benadering aan vooraleer een gedetecteerde systeemstoring ervoor zorgt dat de motor niet meer start. De motor start niet opnieuw wanneer u het contact uitzet.Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.  
AdBlue®-systeem Geen motorstart over XXXX mls
AdBlue®-systeem Onderhoud zsm om motor te starten
Het systeem heeft niet correct gewerkt.Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.  

Feedback over handleiding

Versturen

Hartelijk dank voor uw feedback

OK