WAARSCHUWING:
In extreme klimaten kan buitensporige ijsvorming ervoor zorgen dat de treeplanken niet worden uitgeklapt. Zorg dat de treeplanken zijn uitgeklapt en niet meer bewegen voordat u er probeert op te stappen. De treeplanken zullen weer normaal werken nadat de blokkering is vrijgemaakt.
WAARSCHUWING:
Schakel de elektrische treeplanken uit voor u de autokrik gebruikt of een voorwerp onder de auto plaatst. Plaats nooit uw hand tussen de uitgeklapte treeplank en uw auto. Een bewegende treeplank kan verwondingen veroorzaken. |
N.B.:
Gebruik de elektrische treeplanken, scharnieren voor en achter, motoren van de treeplanken of bevestigingen van treeplanken aan de voertuigbodem niet om de auto omhoog te hijsen bij gebruik van de autokrik. Gebruik steeds de juiste krikpunten.
N.B.:
De elektrische treeplanken kunnen trager werken bij koude temperaturen.
N.B.:
Het mechanisme van de treeplanken kan vuil vasthouden, zoals modder, vuil, sneeuw, ijs en zout. Dit kan ongewenst lawaai veroorzaken. Als dit gebeurt, moet u de elektrische treeplanken handmatig uitklappen. Reinig daarna het systeem, vooral de scharnierarmen voor en achter, met een hogedrukreiniger.
N.B.:
Als u vertrekt wanneer de treeplanken zijn uitgeklapt, kan de motor afslaan.
N.B.:
Als er een storing optreedt, kunt u de elektrische treeplanken handmatig inklappen.
Automatisch uitklappen

De elektrische treeplank wordt uitgeklapt wanneer u het portier opent.
Automatisch inklappen

Wanneer u het portier sluit, keert de elektrische treeplank na twee seconden automatisch terug naar de ingeklapte positie.
Handmatig uitklappen
Om de elektrische treeplanken uit te klappen gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren:
Mededeling
| Handeling
|
---|
Instellingen | Druk op de menutoets.
|
Voertuiginstellingen | Druk op de OK-toets.
|
Elektr. treeplank | Druk op de OK-toets.
|
Uitgeklapt | Druk op de OK-toets.
|
Inschakelen en uitschakelen
Om de functie elektrische treeplanken in of uit te schakelen gebruikt u de bedieningstoetsen voor het informatiedisplay op het stuurwiel om het volgende te selecteren:
Mededeling
| Handeling en omschrijving
|
---|
Instellingen | Druk op de menutoets.
|
Voertuiginstellingen | Druk op de OK-toets.
|
Elektr. treeplank | Druk op de OK-toets.
|
Selecteer het volgende:
|
Uit | Druk op de OK-toets.Wanneer de elektrische treeplanken worden uitgeschakeld, gaan ze naar de ingeklapte stand ongeacht de stand van de portieren.
|
Automatisch | Druk op de OK-toets.Wanneer de elektrische treeplanken worden ingeschakeld, gaan ze naar de juiste stand op basis van de stand van de portieren.
|
Het systeem wordt ingeschakeld wanneer u het contact aanzet.
Inklembeveiliging
De treeplanken bewegen in de omgekeerde richting naar de volledig in- of uitgeklapte positie als ze een voorwerp tegenkomen tijdens het bewegen.
Handmatige bediening - Behalve: Turkije
Als de elektrische treeplank niet terugkeert naar de ingeklapte positie, kunt u deze handmatig opbergen.

Steek de wielsleutel in de geleidingsopening en draai de handgreep rechtsom tot de treeplank is ingeklapt.
Handmatige bediening - Turkije
Als de elektrische treeplank niet terugkeert naar de ingeklapte positie, kunt u deze handmatig opbergen.
Duw de treeplank om deze terug te keren naar de ingeklapte positie.
Het systeem resetten
Het systeem kan worden gereset door de schuifdeur te openen en te sluiten.