WAARSCHUWING:
Monteer niet gelijktijdig meer dan één reservewiel op uw auto. |
N.B.:
Auto's met een bandenreparatieset zijn niet uitgerust met een reservewiel, autokrik of dopsleutel.
Wielslotmoeren
U kunt vervangende wielslotmoeren of een vervangende dopsleutel verkrijgen via het certificaat met het referentienummer.
De dopsleutel voor de wielslotmoer bevindt zich in het dashboardkastje of naast de autokrik.
Auto's met een reservewiel
Het reservewiel bevindt zich onder de achterkant van de auto.
Als het reservewiel hetzelfde type en maat is als het wiel van uw auto, kunt u het reservewiel plaatsen en zoals gewoonlijk blijven rijden.
Als het reservewiel niet hetzelfde type en maat is als het wiel van uw auto, hangt er een label op met de maximale rijsnelheid.
- Open de achterportieren en verwijder het doorvoerrubber.
- Steek het vierkante uiteinde van de dopsleutel of de korte arm van de krikhendel in de dop. Draai linksom tot het reservewiel op de grond rust en de kabel loshangt.
- Breng de eindkap van de kabel omhoog.
- Draai de kabel 90 graden. Schuif de kabel door de gleuf om de reservewielsteun los te maken van de lier.
- Verwijder de borgmoer om de reservewielsteun los te maken.
Autokrik
WAARSCHUWING:
Kruip nooit onder een auto die door een krik wordt ondersteund.
WAARSCHUWING:
De krik die bij deze auto werd geleverd, is alleen bedoeld om een lekke band te vervangen in een noodsituatie. Probeer geen andere werkzaamheden aan de auto uit te voeren als de auto alleen door de krik wordt ondersteund; de auto kan immers van de krik glijden. Als u deze instructie negeert, kan dat al dan niet dodelijke verwondingen tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING:
Controleer dat de krik niet beschadigd of vervormd is en dat de schroefdraad gesmeerd en schoon is.
WAARSCHUWING:
Plaats niets tussen de krik en de grond.
WAARSCHUWING:
Plaats niets tussen de krik en uw auto.
WAARSCHUWING:
Zorg dat de krik verticaal staat op het krikpunt en dat de basis plat op de grond staat. |
Voorwielaandrijving
De autokrik en dopsleutel bevinden zich in het opbergvak in de opstapruimte vooraan rechts.
- Klap de krikstang uit.
- Steek de haak van de krikstang in de ring van de autokrik.Steek de dopsleutel in het uiteinde van de krikstang en draai deze rechtsom om de auto op te heffen.Draai de krikstang linksom om de auto omlaag te brengen.
Achterwielaandrijving
De krik, krikstang en dopsleutel bevinden zich in het opbergvak in de opstapruimte vooraan rechts.
N.B.:
Gebruik geen elektrisch gereedschap op de krik om de auto te heffen of omlaag te brengen.
N.B.:
Zorg dat u het midden van de krik onder het midden van het krikpunt plaats wanneer u de auto heft of omlaag brengt.
- Zet de krikslinger in elkaar.
- Plaats de krikslinger volledig in de krik.
- Steek het uiteinde van de krikstang in de dopsleutel en draai rechtsom om de auto op te heffen.
Voorste krikpunten
WAARSCHUWING:
Gebruik alleen de aangegeven krikpunten. Wanneer u andere locaties gebruikt, kan dit de carrosserie, de stuurinrichting, de wielophanging, de motor, het remsysteem of de brandstofleidingen beschadigen. |
N.B.:
Als uw auto airconditioning achter heeft, zorg er dan voor dat de autokrik niet in contact komt met de airconditioningsleidingen.
Voorwielaandrijving
Plaats de bovenkant van de autokrik onder de achterste bevestigingsbouten van het subframe voor.
Achterwielaandrijving
Plaats de bovenkant van de autokrik onder de uitsteeksels aan de achterkant van het subframe voor.
Achterste krikpunten
WAARSCHUWING:
U moet de aangegeven kriksteunpunten gebruiken. |
FWD, behalve: camperchassis
Plaats de autokrik onder de bladveer achter, direct achter het achterwiel.
N.B.:
Plaats de autokrik op het vlakste deel van de veer en zo dicht mogelijk bij de as.
Achterwielaandrijving
Plaats de autokrik onder de achteras.
350/410 FWD camperchassis
WAARSCHUWING:
Plaats niets tussen de krik en uw auto. |
Plaats de autokrik onder de bladveer achter, direct voor het achterwiel.
N.B.:
Plaats de autokrik op het vlakste deel van de veer en zo dicht mogelijk bij de as.
Een wiel verwijderen
WAARSCHUWING:
Parkeer uw auto zodat u de verkeersstroom niet hindert en uzelf niet in gevaar brengt en plaats een waarschuwingsdriehoek.
WAARSCHUWING:
Schakel het contact uit en schakel de parkeerrem in.
WAARSCHUWING:
Schakel in eerste versnelling of achteruitversnelling als uw auto is uitgerust met een handgeschakelde transmissie. Als uw auto een automatische transmissie heeft, zet u deze in de parkeerstand (P).
WAARSCHUWING:
Zorg dat er geen passagiers meer in uw auto zitten.
WAARSCHUWING:
Zorg dat uw auto op een stevige en vlakke ondergrond staat, met de voorwielen recht vooruit gericht. |
Blokkeer het tegenoverliggende diagonale wiel van de lekke band met een geschikt blok of wielkeg. Er kan een wielkeg in de B-stijl, in het opbergvak in de opstapruimte vooraan rechts of in het reservewiel zitten.
Zorg dat de pijlen op banden voor één draairichting in de juiste draairichting wijzen wanneer de auto voorwaarts rijdt. Als u een reservewiel en -band moet plaatsen met de pijlen in de omgekeerde richting, dan moet u de band zo snel mogelijk opnieuw laten plaatsen.
- Steek het platte einde van de wielmoersleutel tussen de velg en de wieldop en verwijder de wieldop voorzichtig.
- Gebruik de dopsleutel om de wielslotmoer los te maken.
- Maak de resterende wielmoeren los, maar verwijder ze niet.
- Breng uw auto omhoog tot de band vrij is van de grond.
- Verwijder de wielmoeren en het wiel van de auto.
N.B.:
Leg lichtmetalen velgen niet op de grond.
Wiel aanbrengen
WAARSCHUWING:
Gebruik alleen goedgekeurde velgen- en bandenmaten. Het gebruik van andere maten kan beschadiging van de auto tot gevolg hebben en maakt de typegoedkeuring ongeldig.
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat er zich geen vet of olie op de schroefdraad of tussen de tapeinden en de moeren bevindt. Hierdoor kunnen de moeren tijdens het rijden losraken.
WAARSCHUWING:
Controleer of de contactvlakken tussen velg en naaf schoon zijn. |
- Breng het wiel aan.
- Installeer alle wielmoeren en draai ze gedeeltelijk vast in de afgebeelde volgorde.
- Breng uw auto omlaag en verwijder de krik.
- Haal alle wielmoeren in de aangegeven volgorde volledig aan.
- Monteer de sierdop.
N.B.:
Zorg ervoor dat de conische zijde van de wielmoeren naar de velg is gekeerd.
N.B.:
Wielslotmoeren in legering zijn geschikt voor gebruik op een stalen reservewiel.
N.B.:
Als het reservewiel niet hetzelfde type en maat is als het wiel van uw auto, vervang het dan zo snel mogelijk.
N.B.:
Controleer het aanhaalmoment van de wielmoeren en controleer de bandenspanning zo snel mogelijk.
Het wiel en de autokrik opbergen
- Bevestig de reservewielsteun aan het wiel met de borgmoer.
- Schuif de kabel door de gleuf en bevestig de reservewielsteun aan de lier.
- Draai de kabel 90 graden en breng de eindkap van de kabel omlaag.
- Steek het vierkante uiteinde van de dopsleutel of de korte arm van de krikhendel in de dop.
N.B.:
Hef de reservewielsteun niet omhoog zonder het wiel te hebben vastgezet.Als u de reservewielsteun omlaag brengt zonder dat er een wiel is aangebracht, kunt u het liermechanisme beschadigen.
N.B.:
Zorg dat het reservewiel goed is bevestigd door de lier vast te draaien totdat u voelt dat de sleutel doorslipt.
- Berg de autokrik, de krikstang en de dopsleutel op de juiste plaats op en bevestig ze met de riemen.