Het systeem gebruikt de buitenste parkeerhulpsensoren voor en achter om objecten te detecteren die zich in de buurt van de zijkanten van uw auto bevinden. Het systeem geeft de objecten weer op een virtuele kaart in het informatiedisplay terwijl uw auto de objecten passeert.
N.B.:   Het systeem zal een object dat naar de zijkant van uw auto toe beweegt, bijvoorbeeld een andere auto die langzaam rijdt, niet detecteren als het niet voorbij een sensor vooraan of achteraan komt.
De sensoren bevinden zich op de voor- en achterbumper.
N.B.:   Houd de sensoren vrij van sneeuw, ijs en ernstige vuilaanslag.
N.B.:   Bedek de sensoren niet.
N.B.:   Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen.
N.B.:   Als uw auto schade heeft opgelopen, waardoor de sensoren verkeerd zijn uitgelijnd, kan dit onnauwkeurige metingen of vals alarm veroorzaken.
N.B.:   Als u de aandrijfregeling uitschakelt, wordt het zijsensorsysteem ook uitgeschakeld.
Het systeem werkt in de volgende gevallen wellicht niet:
  • U zet het contact aan, uit en weer aan binnen enkele seconden.
  • Uw auto blijft langer dan twee minuten stationair draaien.
  • Het antiblokkeersysteem wordt geactiveerd.
  • Het systeem voor de aandrijfregeling wordt geactiveerd.
Om het systeem opnieuw te starten, moet u wellicht circa 3 m met de auto rijden.
Image Shown Without Description
De detectiezone is tot 60 cm vanaf de zijkant van uw auto.
Wanneer het systeem een object detecteert binnen het dekkingsgebied en het pad dat uw auto aflegt, klinkt een geluidssignaal. Het tempo van het geluidssignaal neemt toe naarmate het object uw auto nadert.
Indicatie van afstand tot object (indien aanwezig)
Image Shown Without Description
Het systeem geeft een indicatie van de afstand tot een object in het informatiedisplay.
  • Naarmate de afstand tot het object afneemt, gaan de aanduidingsblokken branden en richting het pictogram van een auto bewegen.
  • Als er geen object wordt gedetecteerd, zijn de afstandaanduidingsblokken grijs.
Wanneer u in de achteruit (R) schakelt, geeft het systeem geluidssignalen en een visuele indicatie wanneer objecten worden gedetecteerd op minder dan 60 cm die zich op het pad bevinden dat uw auto aflegt. Wanneer u de auto stopt, wordt het geluidssignaal na twee seconden uitgeschakeld.
Wanneer u in een vooruitversnelling schakelt, geeft het systeem een geluidssignaal en een visuele indicatie wanneer uw auto rijdt tegen een rijsnelheid van 12 km/h of minder en het systeem een object binnen de detectiezone detecteert. Wanneer u de auto stopt, wordt het geluidssignaal na twee seconden uitgeschakeld en wordt de visuele indicatie na vier seconden uitgeschakeld.
Wanneer u in neutraal (N) schakelt, geeft het systeem alleen een visuele indicatie als uw auto rijdt tegen een snelheid van 12 km/h of minder, bijvoorbeeld wanneer uw auto in beweging is op een helling en het systeem een object detecteert dat naar uw auto toe beweegt. Wanneer u de auto stopt, wordt de visuele indicatie na vier seconden uitgeschakeld.
Als het systeem niet beschikbaar is, worden er geen zijafstandaanduidingsblokken weergegeven.

Feedback over handleiding

Versturen

Hartelijk dank voor uw feedback

OK