WAARSCHUWING:
U bent steeds verantwoordelijk voor de bediening van uw auto. Het systeem is bedoeld als hulpmiddel en is ontheft de bestuurder niet van zijn plicht om tijdens het rijden voorzichtig en oplettend te zijn. Als u deze instructie niet opvolgt, kan dit leiden tot verlies van controle over de auto en al dan niet dodelijke verwondingen.
WAARSCHUWING:
Als de sensor is geblokkeerd, is het mogelijk dat het systeem niet werkt.
WAARSCHUWING:
De sensor kan ook onterecht andere structuren en voorwerpen voor rijbaanmarkeringen houden. Dit kan resulteren in een valse of gemiste waarschuwing.
WAARSCHUWING:
Onder koude en barre weersomstandigheden is het mogelijk dat het systeem niet werkt. Regen, sneeuw en opspattend water kunnen de prestaties van de sensor beperken.
WAARSCHUWING:
Grote contrasten in buitenverlichting kunnen de prestaties van de sensor beperken.
WAARSCHUWING:
Het systeem werkt niet indien de sensor de rijstrookmarkeringen niet kan registreren.
WAARSCHUWING:
Laat uw auto zo snel mogelijk controleren als er schade is in de onmiddellijke omgeving rond de sensor.
WAARSCHUWING:
Het systeem werkt wellicht niet correct als uw auto is uitgerust met een niet door ons goedgekeurde wielophangingsset. |
Het systeem is ontworpen om u te waarschuwen door tijdelijke hulp bij het stuurdraaimoment of een trilling van het stuurwiel te geven wanneer het detecteert dat u onopzettelijk afwijkt van uw rijstrook. Het systeem detecteert en volgt de rijstrookmarkeringen op de weg via een camera die achter de binnenspiegel is gemonteerd.Het systeem werkt alleen bij een rijsnelheid hoger dan circa 65 km/h.U kunt de systeemstatus in het instrumentenpaneel zien.
N.B.:
Het systeem werkt wanneer de camera minstens één rijstrookmarkering kan detecteren.
Het systeem werkt wellicht niet correct onder de volgende omstandigheden:
- Het systeem detecteert niet minstens één rijstrookmarkering.
- U schakelt de richtingaanwijzer in.
- U draait scherp aan het stuur, accelereert snel of remt bruusk.
- De rijsnelheid is lager dan 65 km/h.
- Het antiblokkeersysteem, de stabiliteitsregeling of de aandrijfregeling wordt geactiveerd.
- Smalle rijstrookbreedte.
Het systeem corrigeert de positie in de rijstrook wellicht niet onder de volgende omstandigheden:
- Felle rukwinden.
- Oneffen wegdek.
- Zware of ongelijkmatige ladingen.
- Onjuiste bandenspanning
Het systeem in- en uitschakelen
Druk op de knop op het stuurwiel.
Instellingen systeem rijstrookbewaking
Het systeem heeft verschillende instellingen die kunt bekijken of aanpassen met behulp van het informatiedisplay. Zie
Algemene informatie.
N.B.:
Het systeem onthoudt de laatstgekozen instelling. Als het systeem een MyKey detecteert, wordt de modus ingesteld op waarschuwing.
Waarschuwingsmodus
Geeft een trilling van het stuurwiel wanneer het systeem detecteert dat u onopzettelijk afwijkt van uw rijstrook.
Intensiteit instellen
U kunt de intensiteit van de trilling van het stuurwiel instellen via het informatiedisplay.
N.B.:
Deze instelling heeft geen invloed op de hulpmodus.
N.B.:
Het systeem onthoudt de laatstgekozen instelling.
Hulpmodus
Geeft tijdelijke hulp bij het stuurdraaimoment naar het midden van de rijstrook wanneer het systeem detecteert dat u onopzettelijk afwijkt van uw rijstrook.
N.B.:
Wanneer de hulpmodus is ingeschakeld en het systeem korte tijd geen stuuractiviteit detecteert, bijvoorbeeld dat u het stuur licht vasthoudt, waarschuwt het systeem dat u de handen op het stuurwiel moet houden.
Waarschuwings- en hulpmodus
Geeft tijdelijke hulp bij het stuurdraaimoment naar het midden van de rijstrook wanneer het systeem detecteert dat u onopzettelijk afwijkt van uw rijstrook. Als uw auto blijft afwijken van de rijstrook, zorgt het systeem ervoor dat het stuurwiel gaat trillen.
AWaarschuwingsmodus. BHulpmodus.
|
N.B.:
De afbeelding illustreert de algemene dekking van de zone. Ze geeft geen exacte parameters van de zone.
Weergave systeem rijstrookbewaking
Wanneer het systeem is uitgeschakeld, wordt de systeemindicator of de rijstrookmarkeringen niet weergegeven.
Waarschuwingsmodus
Als u het systeem inschakelt, verschijnt er een indicator in het informatiedisplay en wordt een afbeelding met de rijstrookmarkeringen weergegeven. Een actieve waarschuwing wordt aangeduid met een vetgedrukte rijstrookmarkering.
Hulpmodus
Als u het systeem inschakelt in de modus Hulp of Waarschuwing en Hulp, worden er naast de rijstrookmarkeringen ook pijlen weergegeven. Een actieve interventie wordt aangeduid met een dubbele pijl.
Waarschuwings- en controlelampjes systeem rijstrookbewaking
Controlelamp verlaten rijstrook
Het lampje gaat branden wanneer u het systeem inschakelt en de Waarschuwingsmodus is geselecteerd. | |
Waarschuwingslamp verlaten rijstrook
Het lampje gaat branden wanneer u het systeem inschakelt en de Hulpmodus of Hulp- en Waarschuwingsmodus is geselecteerd. | |
Zwart-wit informatiedisplay
Richtingaanwijzer
| Systeemstatus
|
---|
Grijs.
| Niet beschikbaar.
|
Wit.
| Beschikbaar.
|
Wit en omgekeerd.
| Tijdelijke stuurassistentie.
|
Wit en knipperend.
| Tijdelijke stuurassistentie en trilling van het stuurwiel.
|
Kleuren-informatiedisplay
Richtingaanwijzer
| Systeemstatus
|
---|
Grijs.
| Niet beschikbaar.
|
Groen.
| Beschikbaar.
|
Oranje.
| Tijdelijke stuurassistentie.
|
Rood.
| Tijdelijke stuurassistentie en trilling van het stuurwiel.
|
Systeemmeldingen rijstrookbewaking
Mededeling
| Handeling
|
---|
Lane Keeping System Storing Onderhoud zsm | Het systeem heeft een storing ontdekt die onderhoud vereist.Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
|