Standen van de lichtschakelaar
Image Shown Without Description
ALampen uit.
BParkeerlichten, instrumentenpaneelverlichting en kentekenplaatverlichting.
CKoplampen.
DAutomatische koplampen.
Alle parkeerlichten inschakelen
  1. Contact uitzetten.
  1. Draai de lichtschakelaar in de parkeerlichtstand.
N.B.:   Door langdurig gebruik van de parkeerlichten zal de accu leegraken.
N.B.:   Parkeerlichten kunnen worden uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu van uw auto leeg raakt.
Parkeerlichten links of rechts inschakelen (indien aanwezig)
  1. Contact uitzetten.
Image Shown Without Description
  1. Duw de hendel omhoog of omlaag om de parkeerlichten in te schakelen.
N.B.:   Door langdurig gebruik van de parkeerlichten zal de accu leegraken.
N.B.:   Parkeerlichten kunnen worden uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu van uw auto leeg raakt.
Grootlichtkoplampen in- en uitschakelen
Image Shown Without Description
Duw de hendel van u af om de grootlichtkoplampen in te schakelen.
Druk de hendel opnieuw naar voren of trek de hendel naar u toe om de grootlichtkoplampen uit te schakelen.
N.B.:   Als u automatisch inschakelende koplampen inschakelt, kunt u de grootlichtkomlampen pas inschakelen als het systeem de koplampen inschakelt.
Lichtsignaal grootlichtkoplampen
Image Shown Without Description
Trek de hendel naar u toe en laat deze weer los voor een lichtsignaal met de grootlichtkoplampen.