Dit systeem helpt u bij de bediening van veel functies met behulp van spraakcommando's. Hierdoor kunt u uw handen aan het stuurwiel houden en uw aandacht houden op wat er in uw omgeving gebeurt.
Een spraaksessie starten
Image Shown Without Description  Druk op de spraakknop. Op het display verschijnt een lijst met beschikbare spraakcommando's.
Algemene spraakcommando's
Deze spraakcommando's zijn steeds beschikbaar. U kunt ze op elk moment uitspreken.

Algemene spraakcommando's  
(stoppen | annuleren | onderbreken)
Dit commando beëindigt de spraaksessie. U kunt een spraaksessie ook annuleren door de spraaktoets minstens twee seconden lang ingedrukt te houden.  
help
Dit commando geeft u tips, voorbeelden en instructies.  
hoofdmenu
Dit commando start de spraaksessie opnieuw vanaf het oorspronkelijke beginpunt.  

U kunt elk van de spraakcommando's zeggen die verschijnen tussen ronde haakjes en gescheiden zijn door |. Als bijvoorbeeld (annuleren | sluiten) verschijnt, zegt u annuleren of sluiten.
Handige tips
  • Zorg dat het interieur van de auto zo stil mogelijk is. Windgeruis van open ruiten en trillingen door het wegdek kunnen het correct herkennen van gesproken commando's door het systeem voorkomen.
  • Wacht tot de systeemmededeling is voltooid, gevolgd door een piep, voordat u een spraakcommando geeft. Spraakcommando's die eerder uitgesproken worden, zullen niet geregistreerd worden in het systeem.
  • Spreek natuurlijk, zonder lange pauzes tussen de woorden.
  • U kunt het systeem op elk moment onderbreken terwijl het spreekt door op de spraaktoets te drukken. U kunt een spraaksessie annuleren door de spraaktoets ingedrukt te houden.
Systeeminteractie en -feedback
Het systeem geeft feedback aan de hand van akoestische tonen, prompts, vragen en gesproken bevestigingen, afhankelijk van de situatie en het gekozen interactieniveau. U kunt het spraakherkenningssysteem zodanig aanpassen dat dit meer of minder instructies en feedback geeft.
Een hogere mate van interactie is de standaardinstelling om u te helpen bij het leren van het gebruik van het systeem. U kunt deze instellingen op elk willekeurig moment wijzigen.
Het interactieniveau aanpassen
Image Shown Without Description  Druk op de spraakknop. Wanneer u daarom wordt gevraagd, zegt u:

Spraakcommando   Actie en omschrijving  
spraakinstellingen
Daarna een van de volgende opties:  
dialoogmodus beginners
Uitgebreide interactie en begeleiding geven. (Aanbevolen voor nieuwe gebruikers.)  
dialoogmodus gevorderden
Minder hoorbare interactie en begeleiding geven.  

Bevestiging meldingen
Bevestigingsprompts zijn korte vragen die het systeem stelt wanneer uw verzoek niet duidelijk is of wanneer er meer dan één reactie op uw verzoek mogelijk is.
Om deze instelling aan te passen, drukt u op de spraaktoets en zegt u desgevraagd:

Spraakcommando   Actie en omschrijving  
spraakinstellingen
Daarna een van de volgende opties:  
bevestiging uit
De beste optie op basis van uw commando kiezen; er kan zo nu en dan toch gevraagd worden om instellingen te bevestigen.  
bevestiging aan
Uw gesproken commando verduidelijken met een korte vraag.  

Telefoonbevestiging
Met telefoonbevestigingen vraagt het systeem u om te bevestigen voordat er wordt gebeld.
Om deze instelling aan te passen, drukt u op de spraaktoets en zegt u desgevraagd:

Spraakcommando   Actie en omschrijving  
spraakinstellingen
Daarna het volgende:  
(gespreksbevestiging aan | oproepbevestiging aan | bevestiging (contact | contactpersoon) aan | bevestiging gesprek aan)
Als deze functie is ingeschakeld, wordt u gevraagd om elke oproep die via een spraakcommando wordt verzocht, te bevestigen voordat er wordt gebeld.  
(gespreksbevestiging uit | oproepbevestiging uit | bevestiging (contact | contactpersoon) uit | bevestiging gesprek uit)
Het systeem kiest de beste optie op basis van uw commando; er kan zo nu en dan toch gevraagd worden om instellingen te bevestigen.  

Spraakinstellingen wijzigen
Het is mogelijk om de spraakinstellingen te wijzigen met spraakcommando's, maar u kunt ook het menu in het audiodisplay gebruiken.
Om de spraakinstellingen te wijzigen, drukt u op de knop Menu en vervolgens selecteert u:

Menu-item  
SYNC-Instelling.
Spraakinstell.

N.B.:   Afhankelijk van de huidige instellingen voor klimaatregeling kan de ventilatorsnelheid automatisch afnemen wanneer spraakcommando's worden gegeven of wanneer u iemand belt of gebeld wordt via SYNC om het achtergrondgeluid in de auto te beperken. De ventilatorsnelheid keert automatisch terug naar de normale werking wanneer de spraaksessie is beëindigd. De ventilatorsnelheid kan ook normaal worden afgesteld tijdens een spraaksessie; druk gewoon op de ventilatorknoppen (of draai aan de ventilatorknop) om de ventilatorsnelheid te verhogen of te verlagen naar de gewenste instelling.Om deze automatische reductie van de ventilatiesnelheid uit te schakelen tijdens spraaksessies, houdt u de knoppen voor klimaatregeling/airco en luchtrecirculatie gelijktijdig ingedrukt, laat u deze knoppen los en verhoogt u de ventilatorsnelheid gedurende 2 seconden. Herhaal de bovenstaande actie om deze functie weer in te schakelen.

Feedback over handleiding

Versturen

Hartelijk dank voor uw feedback

OK