WAARSCHUWING:
Laat de auto zo snel mogelijk controleren als er een storing van het systeem is. |
N.B.:
Het systeem is conform ERA-GLONASS.
N.B.:
Het systeem is bedoeld voor noodoproepen bij ernstige ongevallen, medische noodsituaties en oproepen in testmodus. Andere spraakoproepen worden niet ondersteund.
N.B.:
Als uw auto een audioeenheid heeft die niet door Ford is goedgekeurd, zal het systeem het geluid mogelijk niet dempen tijdens een noodoproep.
N.B.:
Het systeem werkt mogelijk niet goed als uw auto luidsprekers heeft die niet door Ford zijn goedgekeurd.
N.B.:
Het systeem werkt mogelijk niet bij temperaturen lager dan -40 °C of hoger dan 85 °C.
N.B.:
Het systeem werkt alleen in gebieden met een compatibel netwerk en werkt mogelijk niet buiten het dekkingsgebied.
N.B.:
De dekking van het systeem beslaat mogelijk niet alle regio's.
N.B.:
Als er geen noodoproep tot stand kan worden gebracht, wordt er een instructie afgespeeld en brandt het statuslampje.
N.B.:
De medewerker ontvangt mogelijk geen gegevens van uw auto indien de verzending mislukt.
Tijdens een noodoproep verzendt het systeem voertuiggegevens, zoals:
- Chassisnummer
- Aandrijvingstype van de auto.
- Huidige tijdsstempel.
- Voertuiglocatie en -richting.
- Activeringstype van de oproep.
- Voertuigtype.
Het lampje van het noodoproepsysteem systeem brandt kort wanneer u het contact aanzet. Indien het lampje permanent blijft branden of helemaal niet gaat branden, werkt het systeem niet naar behoren. Indien het systeem een storing blijft aangeven nadat u de auto opnieuw hebt gestart, neemt u voor reparatie contact op met een erkende dealer.
Systeemlampje noodoproep
| Handeling
|
---|
Knippert snel.
| Het systeem voert de noodoproep uit.
|
Knippert met gemiddelde snelheid.
| Het systeem verzendt voertuiggegevens naar reddingsdienstmedewerkers.
|
Knippert langzaam.
| Het systeem heeft verbinding gemaakt met reddingsdienstmedewerkers. Spraakcommunicatie is tot stand gebracht.
|
Continu rood.
| Het systeem heeft een storing waargenomen en moet worden gerepareerd.
|
Uit.
| De noodoproep is voltooid of geannuleerd.
|
Botsing of omkantelen
Bij bepaalde soorten botsingen of omkantelen activeert het systeem een automatische oproep naar de noodhulpdiensten. Deze oproep kan niet worden geannuleerd.
Handmatige noodoproep gebruiken
WAARSCHUWING:
Wees voorzichtig wanneer u tijdens het rijden een handmatige noodoproep uitvoert. |
N.B.:
U kunt alleen een handmatige noodoproep uitvoeren terwijl het contact aan of in de accessoirestand staat.
Houd de knop in de dakconsole circa twee seconden ingedrukt om de noodhulpdiensten te bellen. Vervolgens kunt u met de medewerker spreken.
Om de oproep te annuleren, drukt u voordat de oproep tot stand is gebracht nogmaals op de knop.
Na een noodoproep
Nadat u een noodoproep hebt uitgevoerd, kan de hulpdienstmedewerker een noodoproep naar de auto uitvoeren. Uw auto beantwoordt twee uur lang automatisch binnenkomende gesprekken. Het systeem neemt op nadat er twee keer is overgegaan.
Testmodus
U kunt een systeemdiagnose uitvoeren van uw noodoproepsysteem.
Houd de knop langer dan tien seconden ingedrukt. Nadat de testmodus is voltooid, moet er vijf minuten worden gewacht voordat er opnieuw een oproep in de testmodus kan worden uitgevoerd.
N.B.:
Indien u de knop na twee tot tien seconden loslaat, wordt een noodoproep geactiveerd.
N.B.:
U kunt de testmodus alleen inschakelen indien uw auto minstens een minuut stilstaat en contact aan staat.
N.B.:
Het systeem kan geen noodoproep uitvoeren wanneer het in de testmodus staat.
Testmodus annuleren
Om de testmodus te annuleren, houdt u de knop minstens twee seconden ingedrukt tijdens de testmodus.
N.B.:
De testmodus wordt geannuleerd nadat u circa 300 m met de auto rijdt.
N.B.:
De testmodus wordt geannuleerd wanneer u het contact uitzet tijdens de testmodus.
Systeemcontroles in testmodus
Het noodoproepsysteem voert diverse systeemcontroles uit.
N.B.:
Indien het systeemlampje voor noodoproep blijft branden na de diagnose, kan er een probleem zijn met het noodoproepsysteem. Neem contact op met een erkende dealer voor een reparatie.
Systeemlampje noodoproep
| Handeling
|
---|
Knippert tweemaal en herhaalt vervolgens.
| De testmodus wordt gestart.
|
Knippert tweemaal en herhaalt vervolgens.
| Volg de gesproken instructies op.
|
Knippert tweemaal en herhaalt vervolgens.
| Bevestig dat u de opname hebt gehoord door op de knop te drukken.
|
Knippert tweemaal en herhaalt vervolgens.
| Druk op de knop als u de toon hoort. Hiermee wordt de luidspreker getest.
|
Continu rood.
| Het systeem heeft een storing waargenomen en moet worden gerepareerd.
|
Uit.
| De diagnose is voltooid of u annuleert de testmodus.
|
Vervanging van de reservebatterij
Het noodoproepsysteem heeft een reservebatterij. Het systeem geeft met een statuslampje (continu rood) en gesproken instructies aan wanneer de batterij moet worden vervangen. Neem contact op met een erkende dealer voor een reparatie.
N.B.:
Voor de beste gebruiksomstandigheden en levensduur van de batterij moet deze tussen -20 °C en 85 °C worden gehouden.